Libretto, aanpassingen en hoe ik ermee omga
Veel mensen kennen het libretto door Henrici wat Bach heeft gebruikt voor zijn Matthäus Passion. Voor mij stond het niet meteen vast dat ik dit libretto zou gaan gebruiken. Dit onder andere omdat de dialoog tussen de koren in Bach's Matthäus ook in de tekst besloten ligt. Ik heb mijzelf verplicht om ook andere libretti te onderzoeken. Het verhaal over het lijden van Christus, behoefde wat mij betreft ook zeker niet per se een hervertelling van het boek Matthäus te worden. Het had ook zeker een Johannes mogen worden. Bij het onderzoeken van andere libretti las ik dan maandenlang een ander libretto. Ook bestudeerde ik de bijbelteksten in het Engels. Maar dat leidde zelden of bijna niet tot de muzikale spelletjes in mijn hoofd zoals ik dat met het Matthäus-libretto van Henrici had. Dit spelen met teksten en muzikale themaatjes heeft jaren geduurd, het bestuderen van andere libretti eveneens. Dit alles heeft gemaakt dat ik voor dit libretto koos, maar wel met aanpassingen. U kunt op deze pagina lezen wat de aanpassingen zijn.
Christian Friedrich Henrici, voor velen beter bekend onder de naam Picander, schreef het libretto voor de Matthäus Passion van Johann Sebastian Bach. Henrici werd geboren op 14 januari in 1700 te Stolten geboren en overleed in Leipzig op 10 mei 1764. Hij studeerde rechten in Wittenberg en Leipzig en werkte als districts- en stadsbelastinginner. Ironisch genoeg, werd hij in eerste instantie vooral bekend als tekstdichter van erotische en satirische teksten.
Voordat Bach het libretto van Picander in BWV 244 gebruikte, had hij al eerder teksten van hem gebruikt in cantates. Literatuurdeskundigen bestempelen Henrici vaker als een op zijn hoogst middelmatig dichter, maar in mijn ogen stijgt hij daar in de vrije teksten van het libretto voor de Matthäus Passion, bovenuit. Hij gebruikte hiervoor de lijdenspreken van Heinrich Müller. Müller behoorde tot de stroming van de Lutherse orthodoxie, met een grote nadruk op het persoonlijk ervaren van de religie. Van de boekjes met deze lijdenspreken weten we dat Bach ze allemaal in zijn bezit had, er is een lijst met alle boeken die hij in bezit had. Henrici neemt de lijdenspreken niet allemaal blindelings over: het beeld van God als strenge en bestraffende entiteit haalt hij eruit weg. Hij behoudt het Piëtistische karakter.
In mijn Matthäus gebruik ik niet ‘Komt ihr Töchter, helft mir klagen’ als openingskoor, hoewel de tekst via de woorden Lamm, Kreuz, Schuld en Geduld relatie heeft met andere stukken in het libretto. De tekst wordt zelfs helemaal niet gebruikt. Een openingskoor is een exordium, ook wel inleiding of opschrift. Exordium is een term uit de retorica en is het begin van een redevoering, een voorbereiding op het eigenlijke betoog. Het heeft als doel de aandacht van de toehoorders te trekken en in het kort aan te geven wat het onderwerp van de redevoering zal zijn. Om dit voor het voetlicht te brengen, haal ik 'O Mensch, bewein dein Sünde Groβ' naar voren in de positie van het openingskoor. Deze tekst benoemt kernachtig en krachtig waar Matthäus 26 en 27 over gaan.
‘Komt ihr Töchter, helft mir klagen’ weerspiegelt een allegorische dialoog. Bach verwerkte dat dubbelkorig. Het koor van gelovigen is in gesprek met het koor van de dochters van Sion/de bruiden van Christus, waar Christus als bruidegom van de ziel en de gelovigen wordt aangeduid. Het is niet die dialoog die ik in mijn Passie wil zoeken. Voor de 18e eeuwse mens was dit een bekende allegorie, maar nu zijn er nog maar weinig mensen die zich tot dat zinnebeeld aangetrokken voelen. Doordat ik niet dubbelkorig te werk ben gegaan, is er meer dialoog verdwenen om nog meer ruimte te maken voor compassio. Dat is een bewuste keuze, dat kunt u hieronder lezen. Dialoog door de turbae-koren blijft uiteraard wel aanwezig.
Ik wil in mijn Passie op zoek gaan naar Compassio. Compassio is een Katholiek begrip wat gaat over het mede-lijden met Jezus aan het kruis en met de lijdensweg die eraan vooraf gaat. De compassio wordt in diverse delen bezongen door de eerste althobopartij in een solo, maar keert ook op andere manieren terug. Ondanks de Katholieke invulling van compassio, onderschrijf ik ook Luthers visie op het lijden van Christus: het lijden van Jezus is uniek in zijn soort, het is niet met het menselijk lijden vergelijkbaar. Het is een gruwelijk lot om tot offer voor de gehele mensheid te dienen. De lijdensweg van Christus beweegt, in tegenstelling tot het menselijk lijden, zowel Hemel als aarde. Als laatste, de ziel heeft een sterk verlangen naar iets hogers en dat mag ruimer worden opgevat dan alleen het Christelijke idee van de Hemel. Ik wil de Passie op een meer syncretistische manier kunnen uitwerken. ‘O Mensch, bewein dein Sünde Groβ’ gaf mij daarvoor meer ruimte. Tevens zoek ik naar troost voor het menselijk geweten wat zo pijnlijk wordt aangevochten. De eerste regel spreekt tot dat geweten en nodigt uit om het hele verhaal te beluisteren, opdat het tijdens verschillende momenten getroost mag worden.
Er zijn wijzigingen in turbae-koor 'wozu dienet dieser Unrath' in het gedeelte 'und den Armen gegeben werden". Ik wilde dat het koor zou gaan zeuren en klagen over het feit dat de opbrengst van het water gegeven had kunnen worden aan de armen. De opwinding en boosheid wilde ik eruit halen. Ik vond ‘und’ te hard en te beslist klinken en heb het door het woord ‘an’ vervangen. Pas als op het allerlaatste als een solist het bevestigt, is ‘und’ weer het woord wat ik gebruik.
De tekst in ‘Buβ und Reu’ heeft een aanvulling gekregen. Vanaf ‘angenehme Spezerei’ zingt het koor met liefde, volle overtuiging en met polyfonie Jezus toe. Om dit met nòg meer overtuiging te brengen, wordt ‘treuer Jesu’ op een aantal plekken in de koorpartijen vervangen voor ‘meiner Jesu’ door de tekst ‘lieber Jesu’ of zelfs door ‘herzliebster Jesu’. De tekst in ‘Buβ und Reu, knirscht das Sündenherz entzwei' is bij de solist gebleven en niet veranderd.
Liefhebbers van 'sind blitze, sind donner' moet ik teleurstellen, het gaat in mijn Matthäus niet gebruikt worden. Ik vind het beeld van 'sie führen ihn, er ist gebunden' veel te belangrijk om in de rede te vallen met donder en bliksem, ook al geeft het met 'den falschen verräter, das mördrische Blut' commentaar op het verraad van Judas. Ik wil wat milder kijken naar Judas: hij voldeed net als Jezus aan zijn lotsbestemming, ook al wordt hij gezien als de grootste schurk die er maar bestaat binnen het Christendom. Had hij een keus om het anders te doen? In de evangelies gebeurt er niets zonder dat het een hoger doel dient. Al wat gebeurde in het lijdensverhaal was met precisie voorbereidt en voorspeld. Zonder kwaad, is er ook geen goed. Dat kan de discussie oproepen of God de zondeval van de mens nodig had om zelf goed te doen en genade te schenken. Het is aan eenieder om voor zichzelf die vraag te beantwoorden en sommigen zullen die gedachtegang als omstreden en kwalijk duiden. Dit alles maakt wel dat de tekst van 'Blute nur' uit het libretto is verdwenen. Daarvoor in de plaats komt onderstaande tekst uit het kerklied 'O Haput voll Blut und Wunden'. Door de tekst hier te plaatsen confronteer ik de luisterende mens direct met diens innerlijke Judas. Ik laat daarmee het geweten al veel eerder in het lijdensverhaal knagen en zeuren.
'Nun, was du, Herr, erduldet,
ist alles meine Last;
ich hab es selbst verschuldet,
was du getragen hast.
De tekst 'Ach, Golgotha' heeft een kleine aanpassing doorgemaakt. Ik eindig niet op 'Ach Golgotha, unsel'ges Golgotha' maar met de zin 'Das gehet meiner Seele nah'. Dat doe ik omdat ik de nadruk wil leggen hoe het hele lijdensverhaal door de ziel van de gelovige snijdt. Matthäus leest of beluistert men omdat het verhaal het hart raakt. Het vormt de ziel van diegene die erdoor geraakt wordt.
De koraalteksten, kerkliederen leveren commentaar over (explicatio) en bevestigen (conclusio) de bijbelteksten uit Matthäus 26 en 27. Op één koraal na, ga ik de koraalteksten niet gebruiken in een koraalzetting. Maar het blijven wel koordelen die bevestigen, vragen en een vorm van collectieve geloofsuiting. Zie hiervoor de blog over koralen... tonaliteit en de althobo.
Ik heb ervoor gekozen om de bijbelteksten uit het libretto ook in mijn Matthäus als recitatieven uit te werken. Caccini (1550-1618 ) ontwikkelde als eerste het recitatief. Het recitatief als vertelvorm voor bijbeltekst werkt ontzettend goed en ik zie geen reden om daar aan te tornen. De recitatieven zijn niet noodzakelijkerwijs altijd secco. Per tekstgedeelte bekijk ik wat ik nodig vind. Mijn recitatieven hebben enkele kenmerken:
- in recitatieven is het niet heel gebruikelijk om lange noten opeenvolgend te gebruiken vanwege het zingend-sprekende karakter. Ik gebruik halve noten opeenvolgend waar ik ruimte voel in de tekst. Soms verander ik daarvoor van maatsoort. Veranderingen van maatsoort in een recitatief zijn minder gebruikelijk.
- Er zitten enkele tekstherhalingen in, dit is in recitatieven vrij ongebruikelijk.
- Er komt af en toe voor 1 à 2 maten colla parte begeleiding voor, dit zie je niet vaak in recitatieven.
- Jezus wordt aan één bepaald akkoord gekoppeld als leitmotiv. In deze blog wordt daarover verteld en kunt u het ook horen in het filmpje.
- Er zit in de recitatieven van de evangelist altijd een 5/4 maatsoort verwerkt, het getal vijf speelt een grote rol in het hele werk, zie de Blog 'De evangelist, een vijfkwartsmaat'
- De recitatieven van de evangelist zullen worden uitgevoerd door een vrouw. Zie de Blog 'Wacht even, de evangelist...en sopraan?'
Ik overweeg nog om mijn Passie te eindigen met een herhaling van ‘Nehmet, esset, das ist mein Leib. Und er nam den Kelch und dankete, gab ihnen den, und sprach: Trinket alle daraus; das ist mein Blut des neuen Testaments, welches vergossen wird für viele, zur Vergebung des Sünden. Ich sage euch: Ich werde van den an nicht mehr von diesem Gewächs des Weinstocks trinken, bis an den Tag, da ich’s neu trinken werde mit euch in meinem Vaters Reich’ Dit is wat Jezus Christus heeft nagelaten aan de mensheid, de communie. En of men dat wil zien als een sacrament zoals de Katholieke medemens of als de Maaltijd des Heren zoals de Protestanten dat zien, wil ik in het midden laten. Maar ik wil graag afsluiten met hoop en een mogelijkheid om de verbinding tussen de gelovige mens en het Hemelse open te laten.