Koralen...tonaliteit en de althobo

De koraalteksten, kerkliederen leveren commentaar over (explicatio) en bevestigen (conclusio) de bijbelteksten uit Matthäus 26 en 27. Op één koraal na, ga ik de koraalteksten niet gebruiken in een koraalzetting. Maar het blijven wel koordelen die bevestigen, vragen en een vorm van collectieve geloofsuiting.

 

Wat ik wel wil gaan behouden is dat de koraalteksten altijd functioneel tonaal behandeld zullen gaan worden. (zie de alinea hieronder voor een uitleg die niet in vaktaal is geschreven) Dit in tegenstelling met de recitatieven, aria’s, quasi arioso’s, arioso’s.  In al deze andere delen ga ik hier soms losser mee om: soms zullen er alleen voortekens staan om zo min mogelijk toevallige voortekens te schrijven of is het tooncentrum alleen aanwezig in de eerste maat van het stukje of in een slotcadens. Een cadens wordt in sommige gevallen alleen gebruikt als bevestiging van tekst en niet zozeer als een bevestiging van de toonsoort. De melodie is soms leidend voor de akkoorden die ik gebruik, maar soms ook niet: in ‘Du, lieber Heiland du’ zijn er maten waar de zangersolist in een andere toonsoort zingt als het orkest.

 

In lekentaal: binnen de westerse klassieke muziek is het zo dat akkoorden zich niet helemaal willekeurig opvolgen en op een bepaalde manier naar elkaar oplossen omdat akkoorden een functie hebben. Er zijn als het ware ‘formules’ die spanning oproepen en weer laten verdwijnen of die vertellen in welke toonsoort (toonladder met de klanken die daarbij horen) het stukje muziek staat. Binnen de koraalteksten wil ik dat dus wel behouden en de tekstbehandeling is homofoon. Daarmee blijven ze herinneren aan de koraal als vorm: het kerklied. Maar meer dan een vage herinnering is het niet. In andere delen, recitatieven, aria’s, quasi arioso’s en arioso’s volg ik die ‘formules’ soms helemaal niet of maakt de solist gebruik van een andere toonladder als het orkest.

 

De koralen zullen in hun verschillende tekstdelen gescheiden worden door een korte solo in de althobo. De functie hiervan is dat de althobo mede-lijden met Christus mag gaan oproepen, dit is de nadrukkelijke rol van de althobo in deze Matthäus Passion. En door het op vaste plekken te laten terugkomen heeft de luisteraar toch nog ankerpunten in de muziek en zijn er momenten waar de tekst even niet aanwezig is.

 

De enige koraal die overblijft in koraalzetting is no. 63, ‘O Haupt vol Blut und Wunden’. Bach heeft deze koraalzetting in vele zorgvuldig gekozen toonsoorten laten terugkomen in zijn Matthäus. De coupletten van de koraaltekst door Paul Gelhardt (een vertaling van een eerdere hymne) zijn op inhoud prachtig verdeeld over het libretto. Voor veel mensen is het een herkenbaar, onmisbaar en zeer geliefd deel van de Matthäus. Ik kon het niet over mijn hart krijgen om dit niet te laten terugkomen. Deze koraaltekst heeft meer coupletten dan Picander en Bach verdeeld over de hele Matthäus laten terugkomen. Ik ben nog in overweging om ‘Ich danke dir von Herze’ toe te voegen aan mijn Matthäus, maar dat idee is nog niet helemaal gevormd. Ik zou dan op 15 koraalteksten uitkomen, 3 maal 5. Aan vijf als getal hecht ik veel waarde, ik heb daar een aparte blog over geschreven.

 

Het orkest zal  ‘O Haupt’ niet colla parte begeleiden, maar hoog erboven in de violen en heel laag in de contrabassen een orgelpunt spelen. Het hoge orgelpunt in de violen en fluit stelt de Hemel voor, het lage orgelpunt in de contrabassen de aarde. De koraal verbindt Hemel en aarde met elkaar als weergave van de ultieme liefde tussen de gelovige en God.

Rating: 0 sterren
0 stemmen

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.