Was bekümmert ihr das Weib?

Gepubliceerd op 17 mei 2024 om 11:34

In deze Blog leg ik u uit, wat er in de muziek van dit recitatief met quasi arioso verwerkt is en waarom het in de muziek verwerkt is. De noten zijn niet zomaar noten, het eigenlijke verhaal speelt zich af achter de noten. Als u het wilt beluisteren, scroll dan naar de onderkant van deze Blog. Ik heb er met de computer een youtube-filmpje gemaakt om er u een idee van te geven. Dat heeft beperkingen, u kunt daar onder componiste in één van de laatste alinea’s iets over lezen. Jezus is hieronder aan het woord. U kunt het ook in filmpje zien en horen, maar het is voor het uitleggen handig als u het recitatief kunt overzien. De twee maten van de evangeliste zijn niet afgebeeld, deze zijn uitgewerkt in een vijfkwartsmaat.

Het akkoord onder ‘-kümmert ihr das’ is een welbewust gekozen akkoord. In deze blog vindt u de uitleg hierover.

 

De oospronkelijke tekst in het libretto is: ‘Sie hat ein Gut Werk an mir getan!’ Ik ben daar wat vrijer mee omgegaan zoals u hierboven kunt zien. Het lidwoord is verdwenen. Echter de hoofdletter op ‘Gut’ is een foutje en moet nog uit de partituur worden gehaald. De noot op ‘gut’ is welbewust een stuk hoger (sext) dan de noot ervoor om te benadrukken hoe goed het werk is wat de vrouw heeft gedaan. De staccato-nootjes op ‘getan’ benadrukken het goede nog meer.

 

De tegenstelling tussen de zinnen ‘Ihr habet allezeit Arme bei euch’ en ‘mich, aber habt ihr nicht allezeit’ treft mij iedere keer dat ik de tekst lees:  armen hebt gij altijd bij u; maar mij hebt gij niet altijd. De tijdigheid van Jezus leven hier op aarde ligt er zo in besloten. Het drama wat daarin ligt, laat ik Jezus zingen op de laatste zin zingen. U kunt het in de bovenstaande afbeelding niet zien, maar in die twee maten staat er in de partituur rubato. Ik heb wel suggestie van een korte fermate meegegeven op ‘mich’ met daarna een cesuur. Jezus zingt die eerste maat helemaal alleen. Ik wil graag dat de luisteraar beseft dat hij zo’n pijnlijk eenzame weg moet gaan. Hier voel ik tevens zo Luthers visie op het lijden van Christus: het lijden van Jezus is uniek in zijn soort, het is niet met het menselijk lijden vergelijkbaar. Het woord ‘nicht’ heb ik een lange noot gegeven om richting de leerlingen van Jezus duidelijk te maken dat hun tijd met Jezus op aarde eindig is.

 

 

Daarna volgt een maat met 4 noten met tenuto met accenten naar een quasi-arioso met een veel langzamer tempo, metronoomcijfer 40. U ziet het hierboven. Waarom noem ik het een quasi-arioso? De melodielijn van de zanger-solist en de begeleiding in de fluiten maakt het een arioso, maar de eerste vijf maten plaatsen de contrabas en later ook celli een toon onder de solo van de zanger alsof het een recitatief met secco-begeleiding is. Ook hier vindt u het getal vijf weer terug. Het getal komt hoe dan ook terug in zowel het recitatief-gedeelte als de quasi-arioso in de vorm van een vijfkwartsmaat. In de arioso is de vijfkwartsmaat zo geplaatst dat hij voor het grootste gedeelte valt onder het woord ‘evangelium’ en volledig onder ‘geprediget’. Zo komt er een nog grotere aandacht voor het idee van de vijfde evangelist.

 

 Hieronder vindt  u een stukje van de lieflijke korte nootjes in de fluiten die de arioso omlijsten.

 

 

Herinnert u zich nog hoe het woord ‘wasser’ was uitgewerkt in het recitatief ‘da Jesus war zu Bethaniën’? Om het sprankelende en heerlijke water tot uitdrukking te komen, waren daar kortere notenwaardes. Hier komt dat weer terug, maar dan zonder colla parte in de solofluit.

 

Ook hier leg ik weer de nadruk op het gieten van het kostelijke water over de huid van Jezus in het crescendo op ‘auf meinem Leib gegossen’. Het is de laatste liefdevolle handeling die de huid van Jezus ondergaat. Hierna zal het alleen nog maar pijn en leiden zijn. De huid zal uiteindelijk overdekt zijn met bloed en wonden. Het is daarom dat ‘Leib’ de hoogste noot krijgt onder dit stukje tekst en waarom het op zo’n aria-achtige manier is verwerkt in de muziek.

 

 

Bij de tekst ‘das man mich begraben wird’ gaat de muziek van de solozanger omlaag. Het orkest speelt dissonanten en het geluid van Jezus raakt een soort van begraven onder dat van het orkest:  een toonschildering. U ziet het hierboven. De tweede violen zijn dan al even bezig aan een langere omhoog gaande lijn: het lichaam mag dan begraven worden, de ziel stijgt op naar boven. Het leven gaat door na de dood.

 

In het laatste stuk van de arioso is de nadruk komen te liggen op ‘ganze Welt’ door het in de hoge register van de zanger, de octaafsprong en het crescendo; op het woord ‘gedächtnis’ door één lettergreep heel lang te uit te werken en de syncope en als laatste; ‘was sie getan hat’ kreeg een cadens om het te benadrukken. Het eert en herinnert de vrome vrouw die deze handeling gedaan heeft. En doordat Jezus het uitspreekt, wordt de herinnering overgeleverd voor altijd naar de hele wereld. Het mooie is dat de volgende tekst in het libretto ‘du lieber Heiland, du’ er nog eens op terugkomt.

En hoe klinkt het dan? Hier is het filmpje:

 

Rating: 0 sterren
0 stemmen

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.